top of page

Geschiedenis

Portret van Eva van Hoogeveen op vijftigjarige leeftijd, door Joris van Schooten, 1646.

Portret van Eva van Hoogeveen op vijftigjarige leeftijd, door Joris van Schooten, 1646.

Inleiding
De bouw van het hof werd gefinancierd uit de nalatenschap van Eva van Hoogeveen.

Eva van Hoogeveen stamde uit een welgestelde familie. Zij was ongehuwd en in 1650 liet zij testamentair vastleggen dat zij wilde dat met haar geld gekocht zou worden: “een ledigh erff of te huysinge, daerop getimmert ende gemaeckt sal werden een hoffken van twaalf of dertien huyskens ofte cameren, daer in elcx sall woonen een eerlijcke vroupersoon, tenminste 40 jaren out, geen man hebbende”. Deze woorden schreef zij eigenhandig in haar testament op 4 juni 1650, twee jaar vóór haar dood. Nog dezelfde dag ging dat naar notaris Nicolaes Paets.

In de regentenkamer van het Eva van Hoogeveenhof trotseert het portret van de stichteres vanaf de wand de tijd. De beeltenis van Eva van Hoogeveen hangt inmiddels al drieëneenhalve eeuw op dezelfde plaats. Deze vrouw liet er geen twijfel over bestaan dat zij tot de elite behoorde. Ze werd door Joris van Schooten afgebeeld in dure kleren met kanten haarbedekking en schouderdoek en met prachtige sieraden.
Zij liet diverse mensen geld en bezittingen na, toen ze in juni 1652 op 58-jarige leeftijd overleed. Van 11 uur ’s morgens tot 4 uur ’s middags werden voor haar de kerkklokken geluid, zoals alleen een zeer vooraanstaande dode paste.

De familie Van Hoogeveen genoot een goede reputatie in Leiden al was de grootvader van Eva, Gerard (Gerrit) Ameliszn. (1524-1594), in Rotterdam geboren. Hij was de zoon van een brouwer die tevens het ambt van burgemeester vervulde. Deze Gerard trouwde een Leidse vrouw, Eva Aelbrechtsdr. Quackenbosch, en vestigde zich vervolgens in Leiden, waar hij al gauw veel aanzien wist te verwerven.

 

Zo fungeerde Gerard als stuwende kracht achter de oprichting van de Leidse universiteit, waarvan hij een van de eerste curatoren werd. Tijdens het roemruchte beleg van Leiden in 1573/74 speelde hij buiten de muren een belangrijke rol bij het ontzet. Hij maakte zich ook verdienstelijk als pensionaris van de stad en ging de geschiedenis in als een inschikkelijk en beminnelijk man, aangenaam in de omgang. Zijn vrouw baarde achttien kinderen, zodat zijn familie verder beschikte over een bepaald brede basis.

Ook financieel liep alles naar wens. In 1566 had Gerard Amelisz. (ofwel Gerrit Melisz.) een stuk land in Delfland bij Zoetermeer en Zegwaard kunnen kopen. Deze Heerlijkheid Hoogeveen was een hoogveengebied van 263 morgen groot (één morgen was ongeveer 9.000 vierkante meter) waar ondermeer turf werd gestoken. Vanaf dat moment was Van Hoogeveen de familienaam. In 1632 stonden er in het gebied 184 woningen; in 1672 waren dat er al 304 geworden. In het speciaal ontworpen wapen van het geslacht stonden schapen afgebeeld, omdat er op het hoogveen veel schapen werden gehouden. In het hofje kwam in 1739 op de pomp een beeld van een schaap te staan als symbool van de naam Van Hoogeveen.

Kaart van de gemeente Nootdorp 1868.
Wapen van het geslacht Van Hoogeveen.

Kaart van de gemeente Nootdorp uit de gemeenteatlas van Zuid-Holland door Jacob Kuijper (1868). Te zien is de heerlijkheid Hoogeveen, welke op dat moment al niet meer in het bezit was van de familie Van Hoogeveen.

Wapen van het geslacht Van Hoogeveen.

bottom of page